Een belangrijk vraagstuk bij elk onderzoek is of verwachtingen van de proefpersonen (placebo effecten) of een bevooroordeling van de onderzoeker een rol kunnen spelen bij het effect dat gemeten wordt bij Transcendente Meditatie studies. Door het grote aantal studies met TM was men in staat om vele vergelijkende studies te maken (meta-analyses) waardoor we met grote betrouwbaarheid deze factoren kunnen uitsluiten.
1. Studies van een hogere kwaliteit geven betere resultaten
Als de resultaten zouden beïnvloed zijn door een zeker vooroordeel van de onderzoekers, en ze zouden geprobeerd hebben om het resultaat beter voor te stellen dan het echt is, dan zouden latere studies van een hogere kwaliteit (waar de onderzoeker minder mogelijkheden heeft om het resultaat te beïnvloeden) een minder goed resultaat moeten tonen. Bij TM studies bleek het omgekeerde waar te zijn, zoals geïllustreerd door volgende twee voorbeelden:
De meta-analyse rond 19 TM studies op Tabak-, alcohol,- en drugverslavingen, met in totaal meer dan 4500 proefpersonen, toonde dat de 14 studies van een hogere kwaliteit (“longitudonal” en “experimental”) betere resultaten hadden (effectgroottes van .55 voor alcohol; .97 voor tabak; en .91 voor drugs) dan de 5 studies van een lagere kwaliteit (“cross-sectional” en “restrospective”, effectgrootes van .54, .79, en .64).Ref.Alcoholism Treatment Quarterly 11: 13–87, 1994
Een meta-analyse bekeek alle gepubliceerde gerandomiseerde, gecontroleerde klinische studies naar de effecten van het Transcendente Meditatie-programma op de bloeddruk, bestaande uit negen studies met 711 proefpersonen. Onder de drie studies met de hoogste onderzoek standaarden was het effect groter (6.5 mm Hg daling) dan bij de 6 studies van een lagere standaard (4.5 mm Hg daling).Ref.American Journal of Hypertension 21: 310–316, 2008
2. Onderzoekers met een neutrale of negatieve houding tegenover de TM-organizatie hadden een beter resultaat dan onderzoekers die gelinkt zijn aan de TM organizatie. Dit bleek uit een meta-analyse van 35 TM studies op angst. Onderzoekers met neutrale of eerder negative houding hadden een gemiddelde effect grootte van .89 tegenover een effect grootte van .72 tot .77 voor onderzoekers die een affilliatie met de TM organizatie hebben, (bijvoorbeeld onderzoekers van Maharishi Universiteiten Ook was er geen verschil in kwaliteit tussen gepubliceerde en ongepubliceerde studies. De gemiddelde effect grootte van alle 35 studies was twee keer zo groot als een placebo effect.Ref.Journal of Clinical Psychology 45: 957–974, 1989
3. Diegenen met lage verwachtingen over de TM techniek voor ze het leerden hadden hetzelfde resultaat als diegenen met hoge verwachtingen. Dit sluit een mogelijk placebo effect uit.Ref.Scientific Research on TM, Collected papers, Vol 1, 72, pp. 462-467
4. Het effect werd groter naargelang men de techniek langer beoefende. Bij placebo effecten of situaties waar een bevooroordeelde onderzoeker het effect zou kunnen beïnvloeden neemt het effect altijd af op langere termijn, maar bij TM studies gebeurt het omgekeerde.Ref.Journal of Clinical Psychology 45: 957–974, 1989, Journal of Social Behavior and Personality 6: 189–248, 1991, Alcoholism Treatment Quarterly 11: 13–87, 1994
5. Regelmatige TM beoefenaars hebben een beter effect dan onregelmatige beoefenaars. Dit toont duidelijk aan dat het effect wel degelijk te wijten is aan TM.
Bij de verslaving meta-analyse was het effect bij regelmatige beoefenaars 25% groter dan bij de onregelmatige beoefenaars.Ref.Alcoholism Treatment Quarterly 11: 13–87, 1994
Bij de 9 jaar durende studie rond hartpatiënten in samenwerking met het National Institute of Health was het effect zelfs meer dan 40% groter. (43% minder gevallen van hartaanval, beroerte, of sterfte bij alle TM beoefenaars, 61% minder gevallen bij regelmatige beoefenaars).Ref. Circulation 120: S461 (Abstract), 2009