De algemeen aanvaarde wijsheid over meditatie was dat het een manier was om de geest tot innerlijke stilte te brengen, en dat dit moest door de geest te forceren om tot rust te komen – meestal door een of ander vorm van concentratie op een woord, klank of visueel punt, of door visualisatietechnieken. De geest vindt dit al snel niet bijzonder interessant en wil ergens anders naartoe, maar we zeggen: “neen, blijf hier, blijf geconcentreerd”. Op een bepaald moment wordt de geest zo moe van al de inspanningen tegen die concentratie, dat hij afhaakt. Op dat moment worden (misschien) diepere ervaringen mogelijk, vaak is de geest dan echter zo uitgeput dat die ervaringen zelden echt helder zijn.
Dit proces van concentratie vraagt maw zeer veel inspanning en discipline, en algemeen werd dan ook aanvaard dat alleen monniken die vele uren per dag in meditatie doorbrengen, ooit konden hopen op “hogere” ervaringen. Zo kwam men tot het punt waarbij een ervaring – die door alle geschriften doorheen de tijd beschreven werd in de meest lovende termen – eigenlijk bijzonder weinig praktisch nut had voor het dagelijkse leven. Omdat het zo moeilijk was om die ervaring te bereiken.
Maar op een bepaald moment in 1955 kwam er iemand uit de Himalaya’ s van India met een heel andere interpretatie over meditatie. Het ging om een jonge wetenschapper die na zijn studie natuurkunde (Westerse wetenschap) 13 jaar lang doorbracht bij één van de grootste Vedische leermeesters uit zijn tijd, en daar leerde wat meditatie echt zou moeten zijn.
Vanuit zijn studies bij zijn meester en vanuit zijn eigen ervaringen, leerde de jonge student dat de geest helemaal niet geforceerd moet worden om naar die innerlijke stilte te gaan. Het is juist de meest aangename ervaring voor de geest om “thuis” te komen, om zijn eigen oneindige kracht te ontdekken.
De geest is vanuit zijn eigen natuur aangetrokken tot een gevoel van geluk. Waar we het ook zoeken – in een relatie, een groter huis, een betere positie op werk – de uiteindelijke drijfveer voor alles wat we doen is gelukkig zijn. De ware natuur van de geest – zijn thuis – is dus een realiteit van pure gelukzaligheid, de geest zal daar dan ook automatisch naartoe gaan, indien hij daar de kans toe krijgt. De geest “forceren” om er naar toe te gaan, heeft alleen een averechts effect. De enige manier om deze innerlijke realiteit op efficiënte wijze te ervaren, is het proces volledig natuurlijk te laten verlopen. Breng de geest in de juiste richting en laat hem dan zijn gang gaan.
Dit natuurlijk proces is wat de jonge wetenschapper structureerde in een techniek die hij “Transcendente Meditatie” noemde. Transcenderen betekent letterlijk “overschrijden”. Het is het proces van het overschrijden van de fijnste gedachte tot men komt in die toestand van totale stilte. De techniek zelf kreeg hij van zijn meester, maar het is dankzij zijn (westerse) wetenschappelijke manier van denken dat hij hem zo kon analyseren en structureren dat de techniek kon onderwezen worden als iets wat iedereen thuis bij zichzelf kon beoefenen. Niettemin bleef hij er op staan dat de techniek in naam van zijn meester onderwezen werd, niet in zijn eigen naam.
De jonge student kreeg later de eretitel “Maharishi” wat “grote ziener” betekent in het Sanskriet.
His Holiness Maharishi Mahesh Yogi was zijn volledige titel.
De grootste bijdrage van Maharishi kwam echter pas later, toen hij er in slaagde om niet alleen de techniek te structureren, maar ook de opleiding voor leraren zo kon structureren dat ze de Transcendente Meditatietechniek juist konden onderwijzen. De enige reden waarom deze natuurlijke techniek verloren was gegaan, kwam doordat er gewoon geen leraren meer beschikbaar waren die wisten hoe men echte meditatie kon aanleren. Uit de geschiedenis bleek dat het heel moeilijk was om de techniek zo perfect te onderwijzen, dat de beoefening ervan volledig natuurlijk en moeiteloos verloopt. Anders was de techniek nooit verloren gegaan. De natuurlijke ervaring is heel subtiel en persoonlijk en vraagt een heel nauwkeurige opvolging van een leraar die de nodige ervaring moet hebben om het in de juiste banen te leiden. Onder meer daarom kan TM niet van een boek geleerd worden. Een opleiding tot Transcendente Meditatieleraar vraagt een voltijdse opleiding die bijna vijf maanden duurt. Maharishi heeft meer dan 40.000 TM leraren opgeleid wereldwijd. Dat deze opleiding succesvol is, blijkt uit zowel het wetenschappelijk onderzoek als de ervaringen van de meer dan zes miljoen mensen die de techniek al leerden. De TM-techniek is gemakkelijk te leren, aangenaam om te doen en heeft onmiddellijk effecten op alle gebieden van het leven – omdat het naar de bron van alle leven gaat. Dit is wat echte meditatie zou moeten zijn – veel meer dan relaxatie -: terug gaan naar het zelf, en daar onze ware innerlijke natuur ontdekken (zie in contact met ons hogere zelf).
Maharishi heeft gedurende de laatste 50 jaar ook heel wat andere methodes vanuit de Vedische geschriften (de oudste overleveringen ter wereld) in ere hersteld en aan de aandacht van de hele wereld gebracht, zoals ondermeer Ayurveda. Eén voor één zijn ze erop gericht om terug in contact te komen met onze eigen natuur.
In het jaar 2000 heeft hij een wereldwijde organisatie opgericht om deze kennis en die technieken verder te verspreiden. De Global Country of World Peace is een Vereniging Zonder Winstoogmerk met als doelstelling de wereld te verbeteren. De leider van deze organisatie (Maharishi’s opvolger) is Maharaja Adhiraj Rajaraam, een wetenschapper die de relatie tussen de structuur van de Vedische teksten en de structuur van het menselijke lichaam ontdekte.
In deze oude video van een programma op de Canadese Nationale Televisie, geeft Maharishi meer uitleg over wat TM juist inhoudt.