Betere persoonlijke relaties
Patiënten in behandeling voor Post Traumatische Stress Stoornissen die de Transcendente Meditatie techniek leerden, toonden na drie maand een significante vermindering van familiale problemen in vergelijking met degenen die psychotherapie behandeling volgden, waar er geen verschil merkbaar was na 3 maanden.Ref.Journal of Counseling and Development 64: 212-215, 1985
Meer altruïsme
Personen die de Transcendente Meditatie techniek leerden, toonden een grotere bezorgdheid voor het welzijn van anderen in vergelijking met de normen.Ref.Western Psychologist 4: 104–111, 1974
Meer appreciatie van anderen
Universiteitsstudenten die de Transcendente Meditatie techniek beoefenen waren significant meer positief over de belangrijke mensen in hun leven (ouders, echtgenoot) dan controle studenten.Ref.Perceptual and Motor Skills 64: 1003–1012, 1987
Betere persoonlijke relaties
gevangenen in een maximaal beveiligde gevangenis (voor zware misdaders) die de Transcendente Meditatie techniek leerden bleken een signifciant verminderde neiging tot geweld hebben in vergelijking met de controlegroep.
Reference: Criminal Justice and Behavior 5: 3–20, 1978.
Verminderde Agressie bij Gevangenen
Gevangenen in een maximaal beveiligde gevangenis die de Transcendente Meditatie techniek leerden toonden een signifciante verminderde agressie in vergelijking met de controlegroep.Ref.Journal of Offender Rehabilitation 36: 127–160, 2003
Beter sociaal gedrag bij jeugdcriminelen
Jongeren die naar een jeugdrechtbank werden verwezen voor een wettelijke overtreding toonde een significante verbetering in sociaal gedrag, zoals beoordeeld door de ouders, na het leren van de Transcendente Meditatie techniek.Ref.Dissertation Abstracts International 34(8): 4732A, 1974
Meer tolerantie bij middelbare scholieren
Middelbare scholieren die de Transcendente Meditatie techniek leerden toonden na 14 weken een verhoogde tolerantie voor hun medescholieren. Bij de controlegroep was geen verbetering merkbaar.Ref.Dissertation Abstracts International 38(7): 3372B–3373B, 1978